‘Volgens wil God mij helemaal niet!’, vertrouwde een jongere mij een tijd geleden toe. Om zich heen hoorde hij veel christelijke jongeren over hun bijzondere ervaringen met God. Die had hij werkelijk nog nooit gehad. Daaruit had hij de conclusie getrokken dat het dan kennelijk ook niet voor hem was. Wanneer weet je nu of je bij God hoort en dat Hij je accepteert? Moet er iets bijzonders gebeuren, waardoor je dat weet? Ik durf te beweren dat je in de gelijkenis van ‘rennende vader’ (Lukas 15) God leert kennen en zo weet hoe Hij tegenover jou staat. In de tweede preek van deze serie deze gelijkenis in zijn betekenis voor ons. Hier nog eens te beluisteren en hier te lezen.