16 Oktober jl. gingen we op de tweede in gesprek over…God. Tegenwoordig komt het gesprek in onze samenleving niet zo vaak op God. Het zal niet zo gauw voorkomen dat we eens lekker over God lopen op te scheppen. ‘Weet je wel hoe goed God is! Dat heeft hij toch maar ontzettend knap gedaan!’
Nee, als het in onze samenleving over God gaat is dat bijna uitsluitend kritisch. Pas als het niet goed loopt komt God ter sprake. En dan is de verontwaardiging groot: “Als er zoveel ellende in de wereld is, kan ik niet meer in God geloven!” Stephen Fry gaf er begin 2015 woedend uiting aan: ‘Botkanker bij kinderen, waar slaat dat op?’ vroeg hij scherp. ‘Hoe durft U een wereld te scheppen met zoveel ellende die niet ónze schuld is?’, zou hij God willen vragen.
Ben je daar als christen tegen bestand? Als het je goed gaat ben je wellicht verontwaardigd over zulke uitspraken, maar als het je slecht gaat en je gebukt gaat onder tegenslag en ziekte slaat deze redenering misschien zomaar aan. Net zoals de virus je ineens heel ziek kan maken, op het moment dat je weerstand minder is. Hoe kun je je tegen zulke redeneringen verweren? Immers wat Fry noemt vinden we allemaal erg. Waarom laat God dit toe?
Deze keer zijn we ons gesprek begonnen  vanuit zoals er in onze samenleving over God gepraat wordt. Ook deze preek is nog eens te beluisteren en na te lezen

Vragen voor je eigen ‘gesprek over God’

  • Hoe zou je God voor jezelf omschrijven?
    (Bijv. als een vader, vriend, koning, kracht of…)
  • Wat vind je nou zo mooi aan God?
  • Op welke vraag zou je van God wel eens een persoonlijk antwoord willen?
  • Wat blijf je moeilijk aan God vinden?
  • (Maak de zin af) ‘Ik heb God echt leren kennen toen…’